Onlangs stuurde het College een brief aan de leden van de Leidse gemeenteraad over de effecten van het nieuwe verkameringsbeleid. In die brief wordt geconstateerd dat er na een jaar nog geen direct gevolg voor de leefbaarheid in de wijken te zien is. Wij vrezen echter met grote vreze dat er ook in de toekomst geen verbetering te zien zal zijn wanneer op de ingeslagen weg wordt voortgegaan.
Uit de evaluatie blijkt dat er tot 20 januari jl. 507 vergunningen zijn verleend op een bestand van ongeveer 2400 in Leiden verkamerde woningen. Geen aantal om de vlag voor uit te steken. Het zegt wel iets over de handhaving in het verleden, maar roept ook de vraag op hoe handhavend zal worden opgetreden tegen ongeveer 1893 illegaal verkamerde woningen. Gelet op de prioriteit die handhaving heeft bij de gemeente, hebben wij er weinig vertrouwen in dat hier spoedig sprake zal zijn van een aanzienlijke vermindering van het aantal illegaal verkamerde woningen. Hier valt dus geen of slechts weinig verbetering te verwachten van de leefbaarheid.
Verder lezen we in de evaluatie dat van de 725 aanvragen voor een onttrekkingsvergunning er 365 vergunningen zijn verleend voor woningen die voor 1 april 2007 zijn aangekocht. Die vergunningen werden verleend ongeacht het quotum en het afstandscriterium en ook werden ze niet getoetst aan voorwaarden met betrekking tot geluidswering, stalling van fietsen en huishoudelijk afval. Bij verkamerde woningen met dit type vergunningen zal dus nimmer een verbetering van de leefsituatie optreden.
Daarnaast zijn er 35 vergunningen verleend met toepassing van de hardheidsclausule. Deze is toegepast wanneer er bij een bestaande verkamerde situatie van voor 1 januari 2020 redelijkerwijs geen mogelijkheid is om een fietsenstalling te realiseren. Eén van de grote problemen bij verkamering, te weten het fietsenprobleem, wordt als gevolg van het toepassen van de hardheidsclausule dus niet opgelost. Integendeel, het wordt vergroot en de leefbaarheid verslechtert. Dit met name in een gebied dat toch al vogelvrij is verklaard door een quotum van 100%.
Het had van moed getuigd en van het serieus willen verbeteren van de leefbaarheid als deze vergunningen waren geweigerd. Ook is het zeer de vraag of eenmaal verleende vergunningen kunnen en zo ja zullen worden gehandhaafd.
Op grond van het bovenstaande komen wij tot de sombere conclusie dat de Beleidsregel niet heeft gebracht en ook niet zal brengen wat de bedoeling ervan is. Er zal uit een ander vat moeten worden getapt, een vaatje is daarvoor te klein, om de overlast van verkamerde woningen te verminderen en de leefbaarheid in de wijken te vergroten.
Het bestuur van PAL heeft in een brief het bovenstaande onder de aandacht van het college en de Leidse gemeenteraad gebracht. Benieuwd naar onze volledige reactie klik dan hier.