Enquête CML over vergrote terrassen rijp voor de prullenbak

in Algemeen

Vorige week lanceerde Centrum Management Leiden (CML) via hun sociale mediakanalen een enquête waarin zij Leidenaren oproept hun mening te geven over het eventueel permanent maken van de zogenaamde ‘coronaterrassen’. In het Leids Dagblad van vrijdag 6 mei jl. konden we lezen dat binnen twee dagen de enquête al meer dan vijfhonderd keer was ingevuld en dat 80 procent van de respondenten had gekozen voor het in stand houden van de vergrote terrassen, ook na 4 oktober. En dat iets meer dan 60 procent heeft aangegeven zelf in de binnenstad te wonen.

Al geruime tijd wordt van diverse kanten een sterke lobby gevoerd richting de verantwoordelijke politici om toch vooral de horeca blijvend tegemoet te komen met grotere terrassen. Dat daarbij voorbij wordt gegaan aan het feit dat de beweegredenen voor het toestaan van grotere terrassen inmiddels niet meer aan de orde zijn (de anderhalve meterbeperking is immers alweer geruime tijd opgeheven) doet blijkbaar niet ter zake. Enkel gaat het ook nu weer om meer, meer, meer…

Nu komt CML met een, volgens Centrummanager Gijs Holla, ‘niet wetenschappelijke enquête’ in een poging om de publieke en politieke opinie te beïnvloeden. Het zal voor iedereen direct duidelijk zijn wat de uitkomst daarvan moet zijn.

Het is echter zeer de vraag welke waarde we aan de uitkomst van dit zelfbedachte instrument moeten hechten. Om die vraag te beantwoorden hebben we een deskundige gevraagd om naar de opzet van deze enquête te kijken en zijn oordeel is vernietigend.  Volgens hem conflicteert deze enquête zo’n beetje met alle eisen die je aan een goed opgezet onderzoek dient te stellen: “Een goed opgezette enquête moet aan een aantal criteria voldoen. Ten eerste willen we dat de vragenlijst valide is. Dat wil zeggen dat je meet wat je beoogt te meten. Ten tweede gaat het om de betrouwbaarheid van het gebruikte middel. Daarbij gaat het dan om de mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval. En als derde is het van belang dat de uitkomst representatief is. Deze vragenlijst voldoet van geen kant aan al deze criteria. Wanneer je wilt meten hoe de bevolking van Leiden aankijkt tegen de zogenaamde coronaterrassen dan moet je beginnen met duidelijke vragen te stellen die niet suggestief zijn en niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Dat is hier totaal niet het geval. Voor heel veel mensen zal het bijvoorbeeld nogal wat uitmaken om welk terras het gaat bij de suggestie dat ‘de terrassen een goede toevoeging zijn maar niet allemaal hoeven te blijven’ (vraag 2). De uitbreiding van een terras zal voor sommige Leidenaren een prima optie zijn zolang het maar niet gaat om het terras ‘in hun achtertuin’. Je meet in dit geval dus meer de vrees voor een bepaald terras dan de opvatting over de meerwaarde van grotere terrassen voor de stad”.

“Veel erger is het echter gesteld met de betrouwbaarheid van deze enquête. Uit een proef op de som blijkt het namelijk kinderlijk eenvoudig om de uitkomst te manipuleren. Zonder probleem kun je de vragenlijst honderden keren invullen en versturen. Er is geen enkele beperking ingebouwd om dat te voorkomen en dat maakt dat bijvoorbeeld voor- of tegenstanders alle ruimte hebben om de uitslag naar hun hand te zetten. Daarmee is op voorhand elke uitkomst waardeloos. Mij zegt het dus ook niets dat er binnen twee dagen zoveel reacties zijn binnengekomen. Ik beschuldig niemand maar voor hetzelfde geld is die overijverige medewerker die de enquête vroegtijdig op de sociale mediakanalen van CML plaatste daar zelf verantwoordelijk voor. In ieder geval is het voor iemand met een beetje kennis van ICT een fluitje van een cent om via een stukje van het internet geplukte software zo’n vragenlijst automatisch meerdere malen te laten invullen. Al helemaal wanneer er geen beperkingen zijn gesteld om dat te voorkomen.“

Tenslotte nog iets over de representativiteit van deze enquête: “Bij elk onderzoek is het van groot belang dat de groep die reageert representatief is voor de populatie die men wil bevragen. Het was de bedoeling van de enquête om de mening van ‘de Leidenaren’ te peilen over het eventueel permanent maken van de zogenaamde ‘coronaterrassen’. Omdat de verspreiding veelal plaatsvindt via de kanalen van CML, de horeca en studentenvertegenwoordigers, lijkt het toch vooral uit te draaien op een uitslag die slechts de mening van een selectief deel van de Leidenaren weergeeft. Als het al Leidenaren zijn die reageren want iemand uit bijvoorbeeld Oegstgeest, Voorschoten, Leiderdorp of voor mijn part Amsterdam kan zonder enig beletsel de enquête invullen. En dat volgens CML 60 procent van de mensen die voor blijvende vergrote terrassen zijn uit de binnenstad komt kunnen ze op geen enkele manier hard maken want ook daarop is in de enquête geen enkele controle ingebouwd. Kortom deze enquête rammelt aan alle kanten en verdient maar een plek: de prullenbak.”